En vertu de l’article 9, paragraphe 3, les États membres sont tenus d’assurer une protection ainsi qu’une assistance spécifiques à la famille de la victime, en tenant compte de l’article 4 de la décision-cadre 2001/220/JAI du Conseil du 15 mars 2001 relative au statut des victimes dans le cadre de procédures pénales.
Artikel 9, lid 3, verplicht de lidstaten te voorzien in specifieke bescherming van en passende bijstand aan het gezin van het slachtoffer, rekening houdend met artikel 4 van Kaderbesluit 2001/220/JBZ van de Raad van 15 maart 2001 inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure.