Le ministre faisait ainsi écho aux amendements déposés par le Gouvernement, et approuvés par le Parlement, qui visaient à préciser - tant à l'article 2 qu'à l'article 4, en cause - que les obligations incombant, notamment, au ministère public devaient être accomplies immédiatement et sans délai.
De minister haakte aldus in op de amendementen die door de Regering waren ingediend en door het Parlement waren goedgekeurd, en die ertoe strekten - zowel in artikel 2 als in het in het geding zijnde artikel 4 - te verduidelijken dat de verplichtingen die met name op het openbaar ministerie rusten, onmiddellijk en onverwijld moesten worden nagekomen.