9. Lorsqu’une activité exercée par un exploitant ou un propriétaire présente un danger immédiat pour la santé humaine ou augmente sensiblement le risque d’accident majeur, les États membres veillent à ce que l’exploitant ou le propriétaire prenne les mesures adéquates, lesquelles peuvent comprendre, si nécessaire, la suspension de l’activité en question jusqu’à ce que le danger ou le risque soit maîtrisé de façon appropriée.
9. Wanneer een door een exploitant of een eigenaar verrichte activiteit een direct gevaar voor de menselijke gezondheid oplevert of het risico op een zwaar ongeval aanzienlijk vergroot, zorgen de lidstaten ervoor dat de exploitant of de eigenaar geschikte maatregelen neemt die, indien dat nodig wordt geacht, de opschorting van de betrokken activiteit kunnen inhouden totdat het gevaar of het risico voldoende wordt beheerst.