Pour déterminer les ressources d'un accueillant d'enfants, il est tenu compte, dans l'interprétation de la juridiction a quo, de la rémunération horaire forfaitaire fictive du demandeur, comme le prévoit l'article 27bis de l'arrêté royal du 28 novembre 1969, et non de l'indemnité de frais réellement perçue.
Bij het bepalen van de bestaansmiddelen van een onthaalouder wordt, in de interpretatie van het verwijzende rechtscollege, rekening gehouden met het fictief forfaitair uurloon van de aanvrager, zoals bepaald bij artikel 27bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969, en niet met de reëel ontvangen onkostenvergoeding.