3. L'article 98, § 1, a, du Code des taxes assimilées aux impôts sur les revenus viole-t-il les articles 10, 11 et 172 de la Constitution en tant qu'il base la taxe de mise en circulation aussi bien sur l
e nombre de chevaux fiscaux (CV) que sur le nombre de kilowatts (kW) des voitures, la taxe étant fixée au mo
ntant le plus élevé lorsque la puissance d'un moteur exprimée en chevaux fiscaux et en kilowatts donne lieu à la perception d'une taxe d'un montant différent, alors que l'unité de la puissance réelle s'exprime uniquement en kilo
...[+++]watts et non en chevaux fiscaux ?
3. Schendt artikel 98, § 1, a, van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet in zoverre het de belasting op de inverkeerstelling zowel baseert op het aantal fiscale paardenkracht (P.K) en kilowatt (kW) van de personenauto's, waarbij in geval het vermogen van eenzelfde motor uitgedrukt in fiscale paardenkracht en in kilowatt aanleiding geeft tot de heffing van een verschillend belastingbedrag, de belasting voor het hoogste bedrag verschuldigd is, terwijl de eenheid van het echte vermogen enkel wordt uitgedrukt in kilowatt en niet in fiscale paardenkracht ?