1. Reconnaissant que chaque Partie contractante a le droit de fixer ses propres normes de protection du travail et d'adopter ou de modifier en conséquence sa législation du travail, chacune des Parties contractantes veillera à ce que sa législation fixe des normes de travail conformes aux droits universellement reconnus des travailleurs énoncés au paragraphe 6 de l'article 1 et n'aura de cesse d'améliorer lesdites normes.
1. Erkennend dat elke Overeenkomstsluitende Partij het recht heeft om zelf nationale arbeidsnormen vast te leggen, en dienovereenkomstig haar eigen arbeidswetgeving aan te nemen dan wel te wijzigen, dient het streven van elke Overeenkomstsluitende Partij gericht te zijn op een wetgeving die arbeidsnormen vastlegt in overeenstemming met de internationaal erkende arbeidsnormen zoals bedoeld in het zesde lid van artikel 1, alsmede op een daartoe strekkende verbetering van bedoelde normen.