E
n instaurant la flexibilité de l'enseignement supérieur mentionnée en B.4 et B.5, le législateur décrétal a pour objectif d'offrir des possibilités très étendues en matière de mobilité, de différenciation de l'offre et d'apprentissage permanent pour les (candidats) étudiants (Doc. parl., Parlement flamand, 2003-2004, n° 2154/1, pp. 4-5), de sorte que les (candidats) étudi
ants peuvent fixer, dans certaines limites (par exemple l'article II.246 du Code de l'enseignement supérieur), leur propr
e type d'études, de ...[+++]cursus et de durée.
De decreetgever streeft met de in B.4 en B.5 vermelde flexibilisering van het hoger onderwijs verregaande mogelijkheden inzake mobiliteit, differentiatie en levenslang leren voor (kandidaat-)studenten na (Parl. St., Vlaams Parlement, 2003-2004, nr. 2154/1, pp. 4-5) zodat (kandidaat-)studenten binnen bepaalde grenzen (bijvoorbeeld artikel II.246 van de Codex Hoger Onderwijs) hun eigen studietype, -traject en -duur kunnen bepalen.