2. Les États membres désignent, ou demandent aux entreprises propriétaires de réseaux de transport de désigner, pour une durée à déterminer en fonction de considérations d'efficacité et d'équilibre économique, un ou plusieurs gestionnaires de réseaux qui sera responsable ou seront responsables de l'exploitation, de l'entretien et, le cas échéant, du développement du réseau de transport dans une zone donnée ainsi que de ses interconnexions avec d'autres réseaux, pour garantir la sécurité d'approvisionnement.
2. De lidstaten wijzen voor een op grond van doelmatigheid en economisch evenwicht te bepalen periode een of meer netbeheerders aan of verlangen van de elektriciteitsbedrijven die eigenaar van transmissienetten zijn, dat zij een of meer netbeheerders aanwijzen die in een bepaald gebied verantwoordelijk zijn voor de exploitatie, het onderhoud en, in voorkomend geval, de uitbreiding van het transmissienet en de koppellijnen daarvan naar andere netten, om de continuïteit van de voorziening te waarborgen.