Art. 3. § 1. Suite à l'intentement d'une action en justice relative à la contestation d'une déclaration de créance visée à l'article 15, § 1, de l'annexe de l'arrêté royal du 26 septembre 1996, le maître de l'ouvrage est ten
u de communiquer au Fonds de participation, en complément des déclarations de créances visées à l'article 2, alinéa 1 du présent arrêté, dans le délai de trente jours visé à l'article précité, toute pièce prouvant qu'une action en justice relative à la contestation d'une déclaration de créance visée par l'article 15, § 1, de l'annexe de l'arrêté royal du 26 septembre 199
6 a été intentée ou ...[+++]sera prochainement intentée.Art. 3. § 1. Naar aanleiding van het instellen van een rechtsvordering betreffende de betwisting van een aangifte van schuldvordering bedoeld in artikel 15, §1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 26 september 1996, is de bouwheer ertoe gehouden, als aanvulling op de aangiften van schuldvordering bedoeld bij artikel 2, eerste lid, van dit besluit, binnen een termijn van dertig dagen bedoeld in voormeld artikel, aan het Participatiefonds elk bewijsstuk mee te delen dat een rechtsvordering betreffende de betwisting van een schuldvordering bedoeld in artikel 15, § 1, van de bijlage bij het koninklijk besluit van
26 september 1996, werd ingesteld of binnen ...[+++]kort zal worden ingesteld.