Demande de décision préjudicielle — Gerechtshof te Leeuwarden — Interprétation des art. 13 B, sous d), point 6, et 17 de la sixième directive 77/388/CEE du Conseil, du 17 mai 1977, en matière d'harmonisation des législations des États membres relatives aux taxes sur le chiffre d'affaires — Système commun de taxe sur la valeur ajoutée: assiette uniforme (JO L 145, p. 1) et des art. 135, par. 1, sous g), 168 et 169 de la directive 2006/112/CE du Conseil, du 28 novembre 2006, relative au système commun de taxe sur la valeur ajoutée (JO L 347, p. 1) — Déduction de la taxe payée en amont — Assujetti ayant crée, en vertu de la législation nationale en matière de pensi
ons de retraite, un fonds de retraite ...[+++] aux fins d'assurer les droits à pension de ses travailleurs en tant que participants à ce fonds — Déduction de la taxe en amont afférente à des services lui ayant été fournis aux fins de la gestion du fonds de retraiteVerzoek om een prejudiciële beslissing — Gerechtshof te Leeuwarden — Uitlegging van de artikelen 13, B, sub d, punt 6, en 17 van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PB L 145, blz. 1), en van de artikelen 135, lid 1, sub g, 168 en 169 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1) — Aftrek van voorbelasting — Belastingplichtige die op grond van de nationale wetgeving inzake ouderdomspen
sioenen een pensioen ...[+++]fonds heeft opgericht om de pensioenrechten van zijn werknemers als deelnemers aan dat fonds zeker te stellen — Aftrek van de voorbelasting ter zake van prestaties die aan hem voor de bedrijfsvoering van het pensioenfonds zijn verstrekt