F. considérant que le coût pour l'Union européenne de l'inaction face au problème des jeunes ne travaillant pas et ne suivant pas d’études ou de formation est estimé à environ 153 milliards d'euros, ce qui correspond à 1,2 % du PIB de l'Union et considérant qu'il y a actuellement 7 500 000 personnes de moins de 25 ans qui ne travaillent pas et ne suivent pas d’études ou de formation dans l'Union européenne;
F. overwegende dat, indien de EU niets doet aan het probleem van jongeren die geen werk hebben of geen onderwijs of opleiding volgen, de kosten hiervan geraamd worden op 153 miljard euro, wat overeenkomt met 1,2% van het bbp van de EU, en dat de EU momenteel 7,5 miljoen jongeren telt die geen werk hebben of geen onderwijs of opleiding volgen;