9. conclut, eu égard à la jurisprudence de la Cour de justice des Communautés européennes (affaire TACA), que la gestion de l'offre de navires ne peut être autorisée qu'à condition de ne pas créer de demande artificielle liée à des augmentations de tarifs et uniquement si le pouvoir des conférences de fixer les tarifs a été fortement limité, les quatre conditions cumulatives énoncées à l'article 81du traité étant ainsi remplies, ne serait-ce que partiellement;
9. concludeert, op grond van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (zaak TACA), dat de regulering van de schepencapaciteit alleen is toegestaan op voorwaarde dat er geen kunstmatige vraag wordt gecreëerd in combinatie met hogere vrachttarieven en alleen als de bevoegdheid van de conferences om de vrachttarieven vast te stellen in belangrijke mate is beperkt en aldus, al ware het slechts gedeeltelijk, wordt voldaan aan de vier cumulatieve criteria van artikel 81 van het Verdrag;