Les travaux préparatoires de la loi du 22 juillet 1991 font apparaître que l'affectation, visée à l'article 15, « à des fins d'utilité publique déterminées par arrêté royal délibéré en Conseil des Ministres » portait également sur des fins d'utilité publique à la réalisation desquelles d'autres autorités que l'autorité fédérale contribuent aussi (Doc. parl., Sénat, 1990-1991, n° 1296-1, p. 13), et en particulier celles poursuivies par les communautés.
Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 22 juli 1991 blijkt dat de in artikel 15 bedoelde bestemming « voor doeleinden van openbaar nut die worden bepaald bij een in de Ministerraad overlegd koninklijk besluit » eveneens betrekking had op doeleinden van openbaar nut aan de verwezenlijking waarvan ook andere overheden dan de federale overheid bijdragen (Parl. St., Senaat, 1990-1991, nr. 1296-1, p. 13), in het bijzonder de door de gemeenschappen nagestreefde doeleinden.