Ils peuvent en tout temps convoquer la personne visée à l'article 14, § 1, ses parents ou les personnes qui exercent l'autorité parentale à son égard, ceux qui en ont la garde de fait, ainsi que toute autre personne afin de témoigner, sans préjudice des articles 458 et 458bis du Code pénal, de l'article 156 du Code d'instruction criminelle et de l'article 931 du Code judiciaire.
Zij kunnen te allen tijde de persoon bedoeld in artikel 14, § 1, zijn ouders of de personen die het ouderlijk gezag over hem uitoefenen, deze die hem feitelijk onder hun bewaring hebben evenals ieder ander persoon oproepen om te getuigen, onverminderd de artikelen 458 en 458bis van het strafwetboek, artikel 156 van het Wetboek van strafvordering en artikel 931 van het Gerechtelijk Wetboek.