À l'exception de l'article 13 qui stipule que la formation et l'entraînement du personnel
des entreprises de gardiennage et des services internes de gardiennage peut uniquement se faire avec des armes de service, visées à l'article 1 de l'arrête royal du 24 mai 1991 relatif aux armes utilisées par membres du personnel
des entreprises de gardiennage et des services internes de gardiennage ou avec des carabines ou des pistolets à air comprimé, l'arrêté royal du 15 octobre 1991 précité ne contient pas d'interdiction explicite concernant
...[+++]le tir avec des armes de guerre dans les stands de tir ordinaires.
Met uitzondering van artikel 13 dat bepaalt dat de opleiding en de training van het personeel van de bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten uitsluitend mag geschieden met de dienstwapens, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 mei 1991 betreffende de wapens die worden gebruikt door de personeelsleden van bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten of met windbuksen of windpistolen, bevat het voornoemd koninklijk besluit van 15 oktober 1991 geen uitdrukkelijk verbod op het schieten met oorlogswapens in de gewone schietstanden.