Art. 2. Afin d'apporter la preuve que le porteur des titres professionnels particuliers de méd
ecin spécialiste en gastro-entérologie et en oncologie prati
que effectivement l'oncologie à titre principal dans le cadre de ses activités professionnelles scientifiques, techniques, cliniques et policliniques quotidiennes, outre la preuve visée à l'article 11, § 1, 3°, de l'arrêté ministériel du 26 septembre 2007 précité, le porteur répond également aux critères suivants fixés conformément à l'article 11, § 2, 4°, de l'arrêté ministériel du
...[+++] 26 septembre 2007 précité :
Art. 2. Om het bewijs te leveren dat de houder van de bijzondere beroepstitels van geneesheer-specialist in de gastro-enterologie en in de oncologie daadwerkelijk de oncologie uitoefent als hoofdactiviteit in het kader van zijn dagelijkse wetenschappelijke, technische, klinische en poliklinische beroepsactiviteiten, behalve het bewijs bedoeld in artikel 11, § 1, 3°, van het voornoemde ministerieel besluit van 26 september 2007, beantwoordt de houder ook aan de volgende criteria vastgesteld overeenkomstig artikel 11, § 2, 4°, van het voornoemde ministerieel besluit van 26 september 2007 :