En attendant que le brevet de mentor visé à l'article V. 7, 5°, puisse être délivré, pour l'application de l'article XI. III. 24, alinéa 2, PJPol, ont la qualité de mentor les membres du personnel qui sont détenteurs d'un brevet de mentor tel que délivré conformément aux dispositions réglementaires qui étaient en vigueur en cette matière à la gendarmerie jusqu'au 31 décembre 2000 y compris ou détenteur d'une attestation de formation de maître de stage telle que délivrée à la police judiciaire jusqu'à cette même date.
Tot het ogenblik dat het brevet van mentor bedoeld in artikel V. 7, 5°, kan toegekend worden, hebben, voor de toepassing van artikel XI. III. 24, tweede lid, RPPol, de hoedanigheid van mentor, de personeelsleden die houder zijn van een brevet van mentor zoals verstrekt overeenkomstig de reglementaire bepalingen die terzake van kracht waren in de rijkswacht tot en met 31 december 2000, of houder zijn van een getuigschrift van opleiding als stageleider zoals afgeleverd door de gerechtelijke politie tot en met dezelfde datum.