20. souligne que la politique européenne, nation
ale et régionale ne sera efficiente et efficac
e que moyennant une gouvernance véritablement intégrée reposant sur une coopération des pouvoirs publics locaux, régionaux, nationaux, transfrontaliers et européens; appelle la Commission à évaluer les possibil
ités de coopération territoriale pour l’innovation, au niveau tant national qu’international, dans le cadre de chaque objectif de
...[+++]la politique de cohésion et à analyser les possibilités de consolidation de l’objectif de coopération territoriale européenne pour inciter à la coopération régionale en matière d’innovation; recommande également de renforcer, parallèlement à la consolidation de l’objectif de coopération territoriale (Objectif 3), la possibilité d’élaborer des mesures de coopération territoriale transnationale dans le cadre de l’Objectif 2; note qu'une telle possibilité existe désormais grâce à l’article 37, paragraphe 6, point b), du règlement (CE) n° 1083/2006; est d’avis que le renforcement de la coopération territoriale doit s’accompagner, sans préjudice du budget global consacré aux objectifs de cohésion, d’un accroissement du budget pour cette coopération territoriale élargie; 20. benadrukt dat uitsluitend via een werkelijk geïntegreerd bestuur op meerdere niveaus van lokale, regionale, nationale, grensoverschrijdende en EU-overheidsinstanties het EU-, nationale en regionale beleid efficiënt en effectief kan zijn; roept de Commissie op te bekijken welke mogelijkheden er zijn voor in
novatiegerelateerde territoriale samenwerking, zowel op nationaal als internationaal niveau, voor elke doelstelling van het cohesiebeleid, en te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de doelstelling van Europese territoriale samenwerking te versterken wat betreft de bevordering van innovatiegerelateerde samenwerking tussen reg
...[+++]io’s; tegelijk met de versterking van de doelstelling van territoriale samenwerking (doelstelling 3), moet de mogelijkheid om in het kader van doelstelling 2 acties op het gebied van transnationale territoriale samenwerking te ontwikkelen, eveneens worden versterkt; is van oordeel dat een dergelijke mogelijkheid tegenwoordig wordt geboden in artikel 37, lid 6, letter b) van Verordening (EG) nr. 1083/2006; is van mening dat de versterking van territoriale samenwerking vergezeld moet gaan van een groter budget voor deze uitgebreide territoriale samenwerking, zonder de totale begroting voor de cohesiedoelstellingen te veranderen;