90. reconnaît l'utilité et la pertinence de l'appui budgétaire qui permet notamment de favoriser l'amélioration des services sociaux de base tout en contribuant à renforcer la structure des États africains; invite toutefois à la prudence pour le versement d'aides sous forme d
'appui budgétaire; insiste sur le fait que l'appui budgétaire doit être traité séparément pour chaque pays en fonction de sa situation particulière, et qu'il ne convient ni pour les États fragiles ni pour les pays en conflit; préconise la mise en place d'indicateurs pour le développement humain et social, pour la budgétisation fondée sur la dimension de genre ains
...[+++]i que pour l'éducation et la santé; à cet égard, encourage la Commission à poursuivre l'élaboration de sa proposition de "contrat OMD" avec les bénéficiaires prévus de l'appui budgétaire; insiste sur le fait que l'appui budgétaire doit aller de pair avec le renforcement de la capacité des parlements, des cours des comptes nationales, des autorités locales et de la société civile à suivre de près le processus afin d'éviter que des services sociaux de base viennent à manquer de ressources; propose que l'appui budgétaire ne remplace pas le soutien à certains secteurs clés du développement, comme l'éducation et la santé, ou les secteurs qui risquent d'être marginalisés par les gouvernements bénéficiaires; 90. erkent het nut en de relevantie van begrotingssteun die het vooral mogelijk maakt de verbetering van de sociale basisdiensten te bevorderen, terwijl wordt bijgedragen tot de versterking van de structuur van de Afrikaanse staten; vraagt echter terughoudendheid bij hulpverlening in de vorm van begrotingsteun; dringt erop aan dat begrotingsteun voor elk land afzonderlijk bekeken wordt, in het licht van zijn bijzondere omstandigheden, en benadrukt dat het geen geschikt middel is voor onstabiele landen of landen in conflictsituaties; vraagt om meetpunten voor de menselijke en sociale ontwikkeling, de gelijkheid van man en vrouw in begrotingsaangelegenheden, en onderwijs en volksgezondheid vast te stellen; moedigt de Commissie in die zin
...[+++]aan om voor te gaan met het op stellen van het contract over de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, dat ze voor mogelijk gegadigde landen voor begrotingsteun voorstelt, verder uit te werken; beklemtoont dat begrotingsteun vergezeld moet gaan van uitbreiding van de mogelijkheden van het parlement, de nationale rekenkamers en de civiele maatschappij om de beleidsvoering kritisch te begeleiden en daarmee te voorkomen dat het elementaire sociale voorzieningen aan voldoende middelen gaat ontbreken; stelt voor dat begrotingssteun niet ter vervanging dient van de steun aan bepaalde belangrijke ontwikkelingssectoren zoals het onderwijs en de gezondheidszorg, of sectoren die dreigen gemarginaliseerd te worden door ontvangende regeringen;