Comme le gouvernement l'a souligné dans l'exposé des motifs de sa proposition de révision, le système de présentation, comme prévu à l'actuel article 151 de la Constitution, « est considérée aujourd'hui comme étant inopportune vu l'objectif d'expliciter et d'objectiver les conditions auxquelles doivent satisfaire les magistrats, afin d'améliorer davantage encore la qualité de la justice » 47.
Zoals de Regering in de memorie van toelichting bij haar voorstel tot herziening heeft gesteld wordt het systeem van voordracht, zoals bepaald in het huidig artikel 151 van de Grondwet « de dag van vandaag ervaren als zijnde ongepast met het preciseren en het objectiveren van de voorwaarden waaraan de magistraten moeten voldoen ten einde een nog hogere kwaliteit van de werking van het gerecht te bekomen » (47).