50. demande, en vue de l'accroissement des
synergies, une plus grande intégration des politiques sectorielles (transport, énergie, recherche, environnement, éducation)
dans les politiques structurelle et de cohésion, pour renforcer l'efficacité et améliorer la coordination entre les Fonds structurels, les PIC et les programmes-cadre pour la recherche et le développement; suggère que l'élaboration de programmes plurifonds pourrait contribuer à travailler de manière plus intégrée et à renforcer l'efficacité des int
eractions ...[+++]entre les différents fonds; considère que les partenariats de développement national / régional constituent un instrument adapté pour rapprocher les diverses politiques; souligne à cet égard la nécessité de fixer des objectifs clairs et d'évaluer la mesure dans laquelle les buts ont été atteints dans les États membres; 50. dringt met het oog op de verbetering van de synergiewerking aan op verdere integratie van sectorale beleidsvormen (vervoer, energie, onderzoek, milieu, onderwijs) in het kader van
de cohesie- en het structuurbeleid, ter bevordering van de effectiviteit en de coördinatie tussen de structuurfondsen, het CIP en de kaderprogramma's voor onderzoek en ontwikkeling; stelt zich op het standpunt dat programmering via meerdere fondsen zou kunnen bijdragen tot een meer geïntegreerde aanpak en de effectiviteit van de interactie tussen deze resp
ectieve fondsen ten goede zou komen ...[+++]; beschouwt de nationale en regionale ontwikkelingspartnerschappen als een geschikt instrument voor het samenbrengen van de diverse beleidsterreinen; onderstreept in dit verband dat het noodzakelijk is heldere doelstellingen te formuleren en te evalueren of deze inderdaad door de lidstaten zijn verwezenlijkt;