« Conséquence de cet adoucissement, le régime juridique moins contraignant de l'offre de reprise à l'égard des sociétés anonymes n'ayant pas fait publiquement appel à l'épargne qu'instaure le projet, crée une différenciation de traitement en défaveur des sociétés anonymes qui font un tel appel à l'épargne, différenciation que l'exposé des motifs justifie très succinctement par une référence aux entreprises familiales; la
justification de la pertinence de cette distinction dans le cas présent doit être développée tant la
différenciation est grande puisque ...[+++] la faculté d'opposition n'est reconnue que pour les sociétés " fermées" » (Doc. parl. , Chambre, 1997-1998, n 1415/1, p. 10)
« Het resultaat hiervan is dat door de door het ontwerp ingevoerde minder dwingende juridische regeling van het uitkoopbod ten aanzien van de naamloze vennootschappen die geen openbaar beroep op het spaarwezen hebben gedaan, een verschil in behandeling ontstaat ten nadele van de naamloze vennootschappen, die een openbaar beroep doen op de spoorders [lees : spaarders] welk verschil in de memorie van toelichting op een zeer summiere wijze wordt gerechtvaardigd door een verwijzing naar de familiebedrijven; het verschil is dermate groot dat de rechtvaardiging van de relevantie van dat onderscheid in het onder
havige geval nader moet worden toegelicht, aangezi ...[+++]en de mogelijkheid van verzet alleen geldt voor de ' besloten ' vennootschappen » (Parl. St. , Kamer, 1997-1998, nr. 1415/1, p. 10).