15. insiste de nouveau sur le fait que les accords commerciaux doivent promouvoir le travail décent; rappelle, cependant, que les normes du travail devraient être en adéquation avec le niveau de développement du pays et qu'elles ne devraient pas être utilisées pour justifier protectionnisme; dem
ande qu'un statut d'observateur soit accordé à l'OIT au sein de l'OMC et qu'un comité "commerce et travail décent"
soit créé; propose également que l'OIT
soit autorisée à soumettre des
"amicus curiae" aux groupes d'experts ...[+++] ainsi qu'à l'organe d'appel.15. wijst er andermaal op dat handelsovereenkomsten fatsoenlijk werk moeten bevorderen; herinnert er echter aan dat arbeidsnormen moeten aansluiten op het ontwikkelingsniveau van een land en geen voorwendsel mogen zijn voor protectionisme; dringt erop aan dat de IAO binnen de WTO de waarnemersstatus wordt toegekend en dat er een comité voor handel en fatsoenlijk werk wordt ingesteld; suggereert de IAO het recht te geven om amice-nota's voor te leggen aan de WTO-panels en de beroepsinstantie.