Dans le sixième moyen dans l'affaire n° 4312, les parties requérantes font également valoir que l'article 22 de la loi anti-racisme, inséré par la loi du 10 mai 2007, en incriminant le fait de faire partie d'un groupement ou d'une association qui prône, de manière manifeste et répétée, la ségrégation ou de lui prêter son concours, dans les circonstances visées à l'article 444 du Code pénal, porte une atteinte discriminatoire et injustifiée tant à la liberté d'association qu'à la liberté de réunion.
In het zesde middel in de zaak nr. 4312 voeren de verzoekende partijen eveneens aan dat artikel 22 van de Antiracismewet, zoals ingevoegd bij de wet van 10 mei 2007, door het strafbaar stellen van het behoren tot of het zijn medewerking verlenen aan een groep of een vereniging die kennelijk en herhaaldelijk segregatie verkondigt in de omstandigheden bedoeld in artikel 444 van het Strafwetboek, op discriminerende en onverantwoorde wijze afbreuk zou doen aan zowel de vrijheid van vereniging als de vrijheid van vergadering.