4. Les États membres exigent des sociétés de gestion qu’elles tiennent compte de la garantie lors du calcul de l’exposition au risque de contrepartie tel que visé à l’article 52, paragraphe 1, de la directive 2009/65/CE lorsque la société de gestion fournit, pour le compte de l’OPCVM, une garantie à la contrepartie d’une transaction portant sur un instrument dérivé négocié de gré à gré.
4. De lidstaten verplichten beheermaatschappijen zekerheden in aanmerking te nemen bij de berekening van het in artikel 52, lid 1, van Richtlijn 2009/65/EG bedoelde tegenpartijrisico wanneer de beheermaatschappij namens de icbe zekerheden aan een OTC-tegenpartij doorgeeft.