Vertaling van "généraux peuvent chacun " (Frans → Nederlands) :

Les arrêtés royaux pris en vertu de la présente loi ne peuvent porter atteinte aux principes généraux de chacun des régimes de la sécurité sociale et plus particulièrement, aux dispositions des articles 3 à 13 de la loi du 29 juin 1981 établissant les principes généraux de la sécurité sociale des travailleurs salariés.
De koninklijke besluiten genomen krachtens deze wet mogen geen afbreuk doen aan de algemene beginselen van elk der stelsels van de sociale zekerheid en meer in het bijzonder aan de bepalingen van de artikelen 3 tot en met 13 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid der werknemers.

Le commissaire général et les directeurs généraux peuvent chacun choisir librement un nombre limité de membres du personnel qui exercent la fonction de collaborateur personnel" .
De commissaris-generaal en de directeurs-generaal kunnen elk een beperkt aantal personeelsleden vrij kiezen die het ambt van persoonlijke medewerker uitoefenen" .

Les procureurs généraux, qui se sont vu attribuer chacun une matière spécifique, peuvent-ils également dialoguer avec un procureur d'un autre ressort et lui demander de prendre des mesures ?
Kunnen de procureurs-generaal die elk een specifieke materie kregen toegewezen, ook dialogeren en maatregelen vragen aan een procureur van een ander rechtsgebied ?

Les mesures arrêtées selon ces règles ne peuvent, par ailleurs, lier les membres du ministère public placés sous l'autorité des différents procureurs généraux près les cours d'appel que moyennant une intervention de chacun de ceux-ci.
Daarbij komt dat de aldus volgens deze regels genomen maatregelen de leden van het openbaar ministerie, die onder het gezag staan van de verschillende procureurs-generaal bij de hoven van beroep, alleen kunnen binden via het optreden van elke van de laatstgenoemden.

« L'Administrateur général et les Directeurs généraux peuvent, chacun en ce qui concerne les attributions dévolues à l'administration qu'il dirige, déléguer à un agent de rang 12 au moins les compétences visées au § 1, 5°, 23° et 25° à 32°, à un agent de rang 10 au moins les compétences visées au § 1, 35° et 36° et à des agents de niveau 1 les compétences visées au § 1, 1°, 2°, 3°, 4°, 6° à 14°, 16°, 18° et 19°».
« De Administrateur-generaal en de Directeurs-generaal kunnen, ieder wat betreft de bevoegdheden van het bestuur waar hij de leiding van heeft, de bevoegdheden bedoeld in § 1, 5°, 23° en 25° tot 32°, aan een ambtenaar van minstens rang 12, de bevoegdheden bedoeld bij § 1, 35° en 36° aan een ambtenaar van rang 10 en de bevoegdheden bedoeld bij § 1, 1°, 2°, 3°, 4°, 6° tot 14°, 16°, 18° en 19°, aan ambtenaren van niveau 1 delegeren».

« L'administrateur général et les directeurs généraux peuvent, chacun en ce qui concerne les attributions dévolues à l'administration qu'il dirige, déléguer à un agent de rang 12 au moins la compétence visée au § 1, 5° et à des agents de niveau 1 les compétences visées au § 1, 1°, 2°, 4°,6° à 14° et 16° à 17° ».
« De administrateur-generaal en de directeurs-generaal kunnen, ieder wat betreft de bevoegdheden van het bestuur waar hij de leiding van heeft, de bevoegdheid bedoeld bij § 1, 5°, aan een ambtenaar van minstens rang 12 en de bevoegdheden bedoeld bij § 1, 1°, 2°, 4°, 6° tot 14° en 16° tot 17°, aan de ambtenaren van niveau 1 delegeren ».

Art. 3. En cas d'absence de l'un des Inspecteurs généraux, Directeurs généraux ou généraux adjoints visés à l'article 2, le Secrétaire général de la Région wallonne et le Secrétaire général de la Communauté française peuvent, chacun pour ce qui les concerne, désigner les agents qui les représentent.
Art. 3. Bij afwezigheid van één van de Inspecteurs-generaal, Directeurs-generaal of adjunct-directeurs-generaal bedoeld in artikel 2, kunnen de Secretaris-generaal van het Waalse Gewest en de Secretaris-generaal van de Franse Gemeenschap, ieder wat hem betreft, de ambtenaren aanwijzen die hen vertegenwoordigen.

Le secrétaire général, les administrateurs généraux et les directeurs généraux bénéficiant d'une délégation en application du § 2 peuvent déléguer la compétence prévue au 1° du § 1 aux chefs de service d'un grade de rang 22 au moins, chacun pour ce qui concerne les agents qui relèvent de leur service.
De secretaris-generaal, de administrateurs-genraal en de directeurs-generaal die een delegatie genieten in toepassing van § 2 kunnen de bevoegdheid bedoeld in 1° van § 1 delegeren aan hoofden van diensten met een graad van rang 22 minstens, ieder wat betreft de ambtenaren die onder hun diensten ressorteren.