Pour les entreprises qui occupent 50 ouvriers ou plus, le plafond de 130 heures au-delà de la durée moyenne du travail durant la période de référence est porté à 143 heures et le nombre d'heures supplémentaires pour lesquelles l'ouvrier peut renoncer au repos compensatoire est porté de 130 à 143 heures, pour autant qu'une convention collective de travail d'entreprise soit conclue à ce sujet et envoyée au président de la Commission paritaire auxiliaire pour ouvriers.
Voor de ondernemingen die 50 of meer arbeiders tewerkstellen, wordt de grens van 130 uren boven de gemiddelde arbeidsduur gedurende de referteperiode gebracht op maximum 143 uren en wordt het aantal overuren waarvoor de werknemer kan afzien van inhaalrust verhoogd van 130 tot maximum 143 uren, voor zover hierover een ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten, welke wordt verzonden aan de voorzitter van het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden.