5. condamne fermement l'escalade de la violence en Syrie et les graves violations persistantes des droits de l'homme; regrette que la levée de l'état d'urgence, effect
uée le 21 avril, ne soit pas réellement mise en œuvr
e, que les réformes annoncées par le président Assad n'aient pas été appliquées et que les prisonniers politiques soient toujours maintenus en détention en dépit de la récente amnistie annoncée par le président; prie instamment les autorités syriennes de lever sans délai le siège des villes concernées et d'autoriser u
...[+++]n accès immédiat et sans restrictions des organisations humanitaires et de leur personnel;
5. veroordeelt ten zeerste de escalatie van het geweld in Syrië en de aanhoudende ernstige schendingen van de mensenrechten; betreurt het dat de opheffing van de noodtoestand op 21 april in de praktijk niet heeft plaatsgevonden, dat de door president Assad aangekondigde hervormingen niet zijn uitgevoerd en dat er nog steeds politieke gevangenen vastgehouden worden, ondanks de onlangs door de president aangekondigde amnestie; dringt er bij de Syrische autoriteiten op aan onmiddellijk een einde te maken aan de belegering van steden, en humanitaire organisaties en hun medewerkers onmiddellijk vrije toegang te verlenen;