La dérogation, prévue à l'article 8, 1er, 3°, b) et c), en faveur des entreprises familiales d'élevage de bétail n'est pas illégitime et présente un rapport raisonnable avec le but consistant à prévoir un assouplissement du régime de transport pour les entreprises familiales d'élevage de bétail générant un excédent d'engrais proportionnellement moindre (Doc., Conseil flamand, 1995-1996, n° 148-1, p. 11).
De in artikel 8, 1, 3°, b) en c), bepaalde afwijking ten aanzien van de gezinsveeteeltbedrijven is niet illegitiem en houdt redelijk verband met het oogmerk om te voorzien in een versoepeling van de transportregeling voor de gezinsveeteeltbedrijven die een verhoudingsgewijs kleiner mestoverschot veroorzaken (Gedr. St., Vlaamse Raad, 1995-1996, nr. 148-1, p. 11).