Elle soulignait que la directive sur le temps de travail a été adoptée en tant que directive sur la santé et la sécurité et maintenait que le Conseil avait outrepassé ses pouvoirs en incluant une disposition sur le dimanche, car il «était resté en défaut d’expliquer en quoi le dimanche, comme jour de repos hebdomadaire, présenterait un lien plus important avec la santé et la sécurité des travailleurs qu’un autre jour de la semaine».
Het Hof wees erop dat de arbeidstijdenrichtlijn als een gezondheids- en veiligheidsrichtlijn is vastgesteld en dat de Raad buiten zijn bevoegdheden heeft gehandeld door de bepaling over de zondag op te nemen aangezien de Raad verzuimd had "om uit te leggen waarom de zondag, als wekelijkse rustdag, een nauwer verband zou hebben met de gezondheid en de veiligheid van de werknemers dan een andere dag van de week".