15. condamne la détention des migrants et la pénalisation de leurs actions, telles que le franchissement irrégulier de la fro
ntière; estime que cette approche dépeint, à tort, les migrants comme des criminels et comme une menace pour l'ordre public; rappelle que les États membres ne peuvent pas négliger les o
bligations qui leur incombent en matière de droits de l'homme et de droit d'asile au motif que les personnes concernées ont violé les règles existantes, sauf en cas d'infractions très graves; demande qu'il
...[+++]soit mis un terme aux pratiques de détention; souligne que les conditions régnant dans les centres d'accueil doivent être pleinement conformes aux normes relatives aux droits fondamentaux ainsi qu'au droit de l'Union; invite les États membres à ne pas sanctionner ceux qui aident volontairement les migrants pour des raisons humanitaires, y compris les transporteurs; 1
5. veroordeelt de detentie van migranten en de criminalisering van hun gedrag, zoals het op onregelmatige wijze overschrijden van grenzen; is van mening dat migranten in deze benadering ten onrechte worden beschouwd als criminelen en als een bedreiging van de openbare orde; herinnert eraan dat de lidstaten hun verplichtingen uit hoofde van wetgeving inzake mensenrechten en asiel niet mogen verzaken omdat de personen in kwestie zogenaamd bestaande regels zouden hebben overtreden, behalve ingeval van zeer ernstige overtredingen; dringt aan op beëindiging van de detentiepraktijken; benadrukt dat de omstandigheden in de opvangfaciliteit
...[+++]en volledig moeten voldoen aan de normen op het gebied van de grondrechten en de EU-wetgeving; dringt er bij de lidstaten op aan degenen die vrijwillig op humanitaire gronden hulp bieden aan migranten, onder wie vervoerders, niet te penaliseren;