32. insiste sur l'importance et l'urgence de contrôler annuellement la liberté et le pluralisme des médias dans tous les États membres et d'élaborer des rapports annuels en la matière, sur la base des normes détaillées fixées par le Conseil de l'Europe et l'OSCE ainsi que de l'approche analytique fondée sur
les risques et des indicateurs mis au point dans l'étude indépendante réalisée pour la Commission, en liaison avec les ONG, les parties prenantes et les experts, y compris en suivant et contrôlant l'évolution et les modifications de la législation dans le domaine des médias et les incidences de la législation adoptée dans les États me
...[+++]mbres concernant la liberté des médias, notamment par rapport à l'ingérence du gouvernement, ainsi que les bonnes pratiques pour la définition de normes de service public, tant sur les chaînes publiques que sur les chaînes privées; insiste sur le fait qu'il importe de faire connaître au grand public ces normes européennes communes; estime que cette tâche doit être accomplie par la Commission, en coopération avec l'Agence des droits fondamentaux et/ou avec le Centre pour le pluralisme et la liberté des médias de l'Institut universitaire européen, qui publiera un rapport annuel sur les résultats du contrôle; considère que la Commission devrait présenter ce rapport au Parlement et au Conseil et proposer des actions et des mesures en fonction des conclusions de ce rapport; 32. benadrukt het belang en de dringende noodzaak van jaarlijks toezicht op de mediavrijheid en -pluriformiteit in alle lidstaten en het jaarlijks rapporteren over deze kwestie, op grond van de gedetailleerde normen die door de Raad van Europa en de OVSE werden opgesteld en de op risico gebaseerde analytische aanpak en de
indicatoren, ontwikkeld in het kader van de onafhankelijke studie die is opgezet door de Commissie, in samenwerking met ngo's, belanghebbenden en experts, onder meer door de ontwikkeling van en wijzigingen in mediawetgeving alsmede alle in de lidstaten vastgestelde wetgeving die van invloed is op mediavrijheid te volgen
...[+++] en te controleren, met name wat betreft overheidsinmenging, alsook door middel van optimale werkwijzen met het oog op de definiëring van normen voor openbaredienstverlening, voor zowel publieke als private zenders; onderstreept dat het van groot belang is dergelijke gemeenschappelijke Europese normen bekendheid te geven onder een breder publiek; gelooft dat de Commissie, het Bureau voor de grondrechten en/of het Centrum voor pluriformiteit en vrijheid van de media van het Europees Universitair Instituut deze taak op zich moeten nemen en een jaarlijks verslag moeten publiceren met daarin de resultaten van het toezicht; is van mening dat de Commissie dit verslag bij het Parlement en de Raad van Ministers moet indienen en met voorstellen moet komen voor eventuele acties en maatregelen die voortvloeien uit de conclusies van het verslag;