A
rt. 4. Après le remboursement de ce qui est couvert conformément à l'article 3, la Communauté flamande ou une personne morale sur laquelle la Communauté flamande et/ou la Région flamande exerce, directement ou indirectement, une influence déterminante, telle qu'une soc
iété de financement créée ou contrôlée par elle, mettra les capitaux empruntés à la disposition de la société DBFM pour la durée restante du programme DBFM, aux conditions de financement en vigueur, telles que visées à l'article 2 du décret du 7 juillet 2006 relatif au mouvement d
e rattrapa ...[+++]ge pour l'infrastructure scolaire.Art. 4. Na de terugbetaling van hetgeen is gedekt overeenkomstig artikel 3, zal de Vlaamse Gemeenschap of een rechtspersoon waarop de Vlaamse Gemeenschap en/of het Vlaamse Gewest rechtstreeks of onrechtstreeks een determinerende invloed heeft, zoals een door haar opgerichte of gecontroleerde financieringsmaatschappij, het vreemd vermogen ter beschikking stellen aan de DBFM-vennootschap voor de resterende looptijd van het DBFM-programma aan de geldende financieringsvoorwaarden zoals bedoeld in artikel 2 van het decreet van 7 juli 2006 betreffende de inhaalbeweging voor schoolinfrastructuur.