2. Les actes visés au paragraphe 1 comprennent la proposition de demandes, d'interventions ou de votes lors des sessions du Sejm, du sénat et de l'assemblée nationale ou de leurs organes, lors des réunions de groupes et d'associations de députés ou de sénateurs, lors de réunions parlementaires, ainsi que tout acte inhérent à l'exercice du mandat.
2. Onder de handelingen bedoeld in lid 1 vallen onder andere voorstellen, toespraken of het uitbrengen van een stem tijdens zittingen van de Sejm, Senaat of de Nationale Vergadering of organen daarvan, tijdens bijeenkomsten van groepen en samenwerkingsverbanden van afgevaardigden of senatoren, of tijdens parlementaire vergaderingen, evenals andere handelingen die verband houden met de uitvoering van hun taken.