L'article 29, § 2, autorise, à la requête du gouverneur ou de leur propre initiative, « en respectant l'inviolabilité du domicile », des contrôles préventifs par les officiers de police judiciaire de l'activité des personnes agréées ou de la détention effective d'armes par les personnes autorisées à détenir des armes conformément à l'article 11, ou dispensées de cette autorisation conformément à l'article 12.
Artikel 29, § 2, staat, op verzoek van de gouverneur of op eigen initiatief, « met inachtname van de onschendbaarheid van de [.] woning », preventieve controles toe, door de officieren van gerechtelijke politie, van de activiteit van de erkende personen of van het effectief voorhanden hebben van wapens door personen die beschikken over een vergunning tot het voorhanden hebben van een wapen overeenkomstig artikel 11, of die van die vergunning zijn vrijgesteld overeenkomstig artikel 12.