Art. 30. Le mandataire dont la dernière évaluation retient, au terme de son mandat, la mention « défavorable » voit son mandat remis en concurrence et ne peut plus, pendant cinq ans, poser sa candidature pour une désignation dans le mandat qu'il vient d'exercer ni à un mandat d'un rang égal ou supérieur au mandat qu'il vient d'exercer.
Art. 30. De mandaathouder wiens laatste evaluatie, op het einde van dat mandaat, de vermelding « ongunstig » inhoudt, komt opnieuw voor concurrentie in aanmerking, en kan niet meer, gedurende vijf jaar, zich kandidaat stellen voor een aanstelling in het mandaat dat hij zopas heeft uitgeoefend of in een mandaat van een rang die gelijk is aan of hoger is dan het mandaat dat hij zopas heeft uitgeoefend.