Le vétérinaire officiel qui, au cours d’une inspection ante mortem ou post mortem ou de toute autre activité d’inspection, soupçonne la présence de l’agent infectieux d’une maladie animale pour laquelle des règles de police sanitaire sont établies par la législation de l’Union, est tenu d’en informer immédiatement l’autorité compétente et doit prendre avec celle-ci toutes les mesures et précautions qui s’imposent pour empêcher la propagation éventuelle de l’agent infectieux, conformément à la législation de l’Union applicable.
Als de officiële dierenarts bij de verrichting van een antemortem- of postmortemkeuring of enige andere inspectieactiviteit een vermoeden krijgt van de aanwezigheid van een ziekteverwekker van dierziekten waarvoor in de wetgeving van de Unie veterinairrechtelijke voorschriften zijn vastgesteld, stelt hij de bevoegde autoriteit daarvan op passende wijze in kennis en nemen beiden, overeenkomstig de wetgeving van de Unie, de nodige maatregelen en voorzorgen om verspreiding van de ziekteverwekker te voorkomen.