« L'article 14, § 1, des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat, combiné avec l'article 259quinquie
s, § 1, 1°, du Code judiciaire, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, dès lors qu'il est interprété en ce sens que la désignation des titulaires des mandats adjoints de vice-président du t
ribunal de première instance, du tribunal du travail et du tribunal de commerce, par les a
ssemblées générales compétentes en leur sein et, en ...[+++] cas de parité des suffrages, par le président de l'assemblée générale compétente, sans aucune intervention d'un organe du pouvoir exécutif, n'est pas susceptible d'un recours devant le Conseil d'Etat statuant au contentieux de l'annulation, contrairement aux désignations aux autres mandats adjoints de premier avocat général près des cours, d'avocat général près la Cour d'appel et près la Cour du travail, et de premier substitut, visés par l'article 259quinquies, § 1, 2°, du Code judiciaire, lesquels sont désignés par le Roi sur présentation motivée de deux candidats par le chef de corps ?« Schendt artikel 14, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, juncto artikel 259quinquies, § 1, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, wanneer het in die zin wordt geïnterpreteerd dat tegen de aanstelling van bekleders van de adjunc
t-mandaten van ondervoorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel, door de bevoegde algemene vergaderingen ervan en bij staking van stemmen, door de voorzitter van de bevoegde al
gemene vergadering, zonder enig optreden van e ...[+++]en orgaan van de uitvoerende macht, geen beroep kan worden ingesteld bij de Raad van State die geschillen berecht op eis tot nietigverklaring, in tegenstelling tot de aanstellingen in andere adjunct-mandaten van eerste advocaat-generaal bij de hoven, van advocaat-generaal bij het hof van beroep en bij het Arbeidshof en van eerste substituut, vermeld in artikel 259quinquies, § 1, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek, voor welke mandaten de aanstellingen geschieden door de Koning na gemotiveerde voordracht van twee gegadigden door de korpschef ?