2. intérêt indirect : lien indirect d'une personne, telle que visée à l'article 4, avec une entreprise, un établissement ou un organisme dont les activités, techniques, produits, procédés, services ou stratégies entrent dans le champ de compétences des instances visées à l'article 3 tel un avantage non perçu personnellement mais dont bénéficie une instance, une société pour laquelle travaille cette personne, son conjoint, cohabitant légal ou de fait, un descendant ou un ascendant au premier degré;
2. indirect belang : indirecte band van een persoon als bedoeld in artikel 4 met een onderneming, instelling of organisatie waarvan de activiteiten, technieken, producten, processen, diensten of strategieën binnen het kader vallen van de bevoegdheden van de in artikel 3 bedoelde instanties, zoals een voordeel dat hij niet persoonlijk ontvangt, maar dat gaat naar een instantie, een vennootschap waarvoor die persoon werkt, naar zijn echtgenoot, degene met wie hij wettelijk of feitelijk samenwoont, een bloedverwant in de eerste graad in de nederdalende of de opgaande lijn;