c. L'article 19 précité viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément et/ou en combinaison avec les articles 170, 171 et 173 de la Constitution et avec le principe de non-rétroactivité, en ce qu'il institue pour partie rétroactivement au profit de l'I. N.A.M.I. une cotisation à charge des entreprises pharmaceutiques pour 1995, 1996, 1998, 1999, 2000, 2001 et 2002 alors que les articles 170 et 173
de la Constitution interdiraient d'instaurer des impôts au profit d'autres entités que l'Etat, les communautés et les régions, les provinces, communes et agglomérations de communes, ainsi que les polders et wateringues et a
...[+++]lors que l'article 171 de la Constitution, qui exigerait une intervention en connaissance de cause du législateur, prescrit que les impôts au profit de l'Etat, de la communauté et de la région soient votés annuellement et que le principe de non-rétroactivité de la loi exigerait que les éléments constitutifs de l'impôt soient fixés par voie législative de manière non rétroactive et au plus tard avant la fin de l'année civile qu'il concerne ?c. Schendt het voormelde artikel 19 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk en/of in samenhang gelezen met de artikelen 170, 171 en 173 van de Grondwet en met het beginsel van niet-retroactiviteit, doordat het gedeeltelijk retroactief ten voordele van het RIZIV een heffing ten laste van de farmaceutische ondernemingen instelt voor 1995, 1996, 1998, 1999, 2000, 2001 en 2002 terwijl de artikelen 170 en 173 van de Grondwet zou
den verbieden belastingen in te stellen ten voordele van andere entiteiten dan de Staat, de gemeenschappen en de gewesten, de provincies, gemeenten en agglomeraties van gemeenten, alsmede de polders en wate
...[+++]ringen en terwijl artikel 171 van de Grondwet, dat een optreden met kennis van zaken van de wetgever zou vereisen, voorschrijft dat over de belastingen ten behoeve van de Staat, de gemeenschap en het gewest jaarlijks wordt gestemd en dat het beginsel van niet-retroactiviteit van de wet zou vereisen dat de elementen die de belasting vormen, worden vastgesteld bij wet op een niet-retroactieve wijze en uiterlijk vóór het einde van het burgerlijk jaar waarop de belasting betrekking heeft ?