En théorie, sur le concept de légalité, les juges peuvent se prononcer à la lumière non seulement des normes belges en vigueur, mais aussi des normes internationales comme la Convention internationale des droits de l'enfant (en particulier l'art.37) et la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales (en particulier les art. 3 et 5).
In theorie kunnen de rechters zich over het legaliteitsbeginsel niet alleen uitspreken in het licht van de geldende Belgische regels, maar ook van de internationale regels zoals het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind (in het bijzonder artikel 37) en van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (in het bijzonder de artikelen 3 en 5).