Pourtant, les référendaires près la Cour de cassation, à l'inverse de ceux de la Cour constitutionnelle (cf. article 34, § 1 , de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage) et du Conseil d'État (cf. articles 69 à 71 des lois coordonnées sur le Conseil d'État), n'ont pas la possibilité d'accéder, après l'exercice de leur profession durant un certain nombre d'années, à d'autres fonctions au sein de la juridiction à laquelle ils appartiennent.
Er moet ook worden opgemerkt dat de referendarissen bij het Hof van Cassatie, anders dan de referendarissen bij het Grondwettelijk Hof (cf. artikel 34, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof) en de Raad van State (cf. de artikelen 69 tot 71 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State), niet over de mogelijkheid beschikken om, na de uitoefening van hun ambt gedurende een aantal jaren, door te stromen naar andere ambten binnen het rechtscollege waaraan zij verbonden zijn.