24. demande que dans tous les accords d'association ou de coopération soient prévues des procédures de dialogue entre le gouvernement et la société civile, par l'intermédiaire de renégociations ou de déclarations jointes, en vue de mettre en relief le rôle joué par la société civile et de promouvoir la confiance mutuelle entre les parties; souligne sur ce point le caractère unique de l'accord de Cotonou, qui implique la société civile dans un dialogue avec les gouvernements et dans les projets de développement;
24. wenst dat door middel van nieuwe onderhandelingen of gezamenlijke verklaringen in alle associatie- en samenwerkingsovereenkomsten procedures worden opgenomen voor een dialoog tussen de regeringen en het maatschappelijk middenveld om de rol van het maatschappelijk middenveld te benadrukken en het wederzijds vertrouwen tussen de partijen te bevorderen; benadrukt in dit verband de unieke aard van de Overeenkomst van Cotonou, in het kader waarvan het maatschappelijk middenveld betrokken wordt bij een dialoog met regeringen en bij ontwikkelingsprojecten;