Par dérogation à l'article
26, § 3, en cas de réclamation, de demande de remise, de demande dégrèv
ement ou de recours judiciaire, la redevance, éventuellement majorée en application de l'article 18, n'est considérée comme une dette liquide et certaine pouvant être recouvrée par toutes voies d'exécution, que dans la mesure où elle correspond, soit aux éléments qui ont été mentionnés dans les déclarations spontanées visées à l'article 9, § 1, alinéa 1 et § 2, alinéa 1, soit aux éléments qui ont été mentionnés dans la lettre recommandée
...[+++]visée à l'article 9, § 3, alinéa 2, soit, pour les détenteurs déjà inscrits, à la redevance de même nature établie à charge du redevable pour la période imposable précédente.In afwijking van artikel 26, § 3, wordt in geval van een bezwaar, van een verzoek tot kwijtschelding of tot
ontheffing of van een gerechtelijk beroep het eventueel in toepassing van artikel 18 vermeerderd kijk- en luistergeld als een zekere en vaststaande schuld beschouwd dat met alle middelen van tenuitvoerlegging kan worden geïnd, enkel voorzover het beantwoordt aan ofwel de bestanddelen die zijn vermeld in de spontane aangiften bedoeld in artikel 9, § 1, eerste lid en § 2, eerste lid, ofwel aan de bestanddelen die zijn vermeld in het aangetekend schrijven bedoeld in artikel 9, § 3, tweede lid, ofwel, voor de reeds ingeschreven houders
...[+++], aan het kijk- en luistergeld van dezelfde aard die gevestigd is ten laste van de verschuldigde voor de voorgaande belastbare periode.