(344) Dans le cas de l'Inde, afin d'éviter de récompenser le défaut de coopération, il a été jugé approprié de fixer le droit applicable aux sociétés n'ayant pas coopéré au niveau de la somme des taux les plus élevés établis par régime de subvention pour les sociétés ayant coopéré, soit 13,1 %.
(344) In het geval van India, om te vermijden dat het niet verlenen van medewerking wordt beloond, werd het dienstig geacht het recht voor niet medewerkende ondernemingen vast te stellen op het hoogste niveau dat voor de individuele subsidieprogramma's van de medewerkende ondernemingen werd vastgesteld, namelijk 13,1 %.