Compte tenu de ce que les travaux préparatoires précités établissent qu'il s'agit d'un montant raisonnable, d'une part, et en raison du pouvoir d'appréciation étendu, rappelé en B.3, dont dispose le législateur en ce qui concerne le statut du personnel de police, d'autre part, la Cour ne peut juger que les dispositions attaquées violent les articles 10 et 11 de la Constitution.
Rekening houdend met de hierboven aangehaalde parlementaire voorbereiding, waarin de wetgever aannemelijk heeft gemaakt dat het om een redelijk bedrag gaat, enerzijds, en met de in B.3 in herinnering gebrachte ruime beoordelingsbevoegdheid die de wetgever inzake het personeelsstatuut van politie toekomt, anderzijds, kan het Hof derhalve niet besluiten dat de bestreden bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden.