Art. 14. Le demandeur est toujours tenu de fournir au fonctionnaire dirigeant ou son délégué, dès que celui-ci lui en fait la demande, les renseignements qu'il juge nécessaires pour établir la recevabilité et la légitimité de la demande, particulièrement en ce qui concerne les véhicules à immatriculer qui, selon une source fiable et administrativement vérifiable, sont signalés volés, démolis ou tellement accidentés qu'ils sont considérés comme perte totale technique par la compagnie d'assurance qui couvre le risque de la responsabilité concernant ce véhicule.
Art. 14. De aanvrager moet steeds op het eerste verzoek aan de leidend ambtenaar of zijn gemachtigde de inlichtingen meedelen die deze noodzakelijk oordeelt om de ontvankelijkheid en de rechtmatigheid van de aanvraag vast te stellen, in het bijzonder voor wat betreft de in te schrijven voertuigen die vanuit een betrouwbare en administratief te verifiëren bron gesignaleerd zijn als gestolen, gesloopt of zodanig geaccidenteerd dat zij beschouwd worden als een totaal technisch verlies door de verzekeringsmaatschappij die het risico van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid betreffende dit voertuig dekt.