Le législateur peut estimer que, pour autant que le juge de paix ait autorisé la poursuite de l'expropriation après avoir vérifié, en vertu de l'article 107 de la Constitution, la légalité tant interne qu'externe de l'arrêté d'expropriation, l'utilité publique exige que, en cas d'extrême urgence, l'expropriant soit mis immédiatement en possession du bien exproprié.
De wetgever kan oordelen dat, voor zover de vrederechter heeft toegestaan dat de onteigening wordt doorgevoerd, nadat hij krachtens artikel 107 van de Grondwet zowel de interne als de externe wettigheid van het onteigeningsbesluit heeft nagegaan, het algemeen nut vereist dat, in spoedeisende gevallen, de onteigenaar onmiddellijk in het bezit wordt gesteld van het onteigende goed.