Le 20 décembre 1991, le Conseil d'État a estimé que l'article 4, § 3, de l'arrêté royal du 29 juillet 1985 était contraire à l'article 14, § 1 , premier alinéa, des lois coordonnées sur l'emploi des langues en matière administrative, sans qu'aucune norme juridique supérieure n'autorise le Roi à déroger à cette disposition (Conseil d'État, 20 décembre 1991, R. Vandezande et K. Vandezande, nº 38. 376 et 38. 377).
Op 20 december 1991 oordeelde de Raad van State dat artikel 4, § 3, van het koninklijk besluit van 29 juli 1985 strijdig is met artikel 14, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, zonder dat een hogere rechtsnorm de Koning toeliet van die bepaling af te wijken (Raad van State, 20 december 1991, R. Vandezande en K. Vandezande, nrs. 38. 376 en 38. 377).