Il s'ensuit que, tout en étant tenus, notamment, au respect du principe de proportionnalité, « les Etats membres sont libres de fixer, selon leur propre échelle de valeurs, les objectifs de leur politique en matière de jeux de hasard et [.] de définir avec précision le niveau de protection recherché » (CJUE, 3 juin 2010, Sporting Exchange, précité, point 28; CJUE, 8 juillet 2010, précité, point 37).
Hieruit vloeit voort dat, hoewel zij inzonderheid zijn gehouden het evenredigheidsbeginsel in acht te nemen, « de lidstaten [.] vrij [zijn], aan de hand van hun eigen schaal van waarden hun beleidsdoelstellingen op het gebied van kansspelen te bepalen en in voorkomend geval het gewenste beschermingsniveau nauwkeurig te omlijnen » (HvJ, 3 juni 2010, Sporting Exchange, voormeld, punt 28; HvJ, 8 juli 2010, voormeld, punt 37).